Faraomier = Monomorium Pharaonis
Ook wel de gele faraomier genoemd. De koninginnen en de werksters zijn bruingeel van kleur. Hun achterlijf is bijna zwart gekleurd. De mannetjes hebben een zwartbruine kleur en gele poten en ze hebben antennes. Een koningin kan 4 à 5 mm groot worden. De werksters en de mannetjes worden 2 à 3 mm groot. Enkel de koninginnen en de mannetjes hebben vleugels maar ze vliegen bijna niet. De levensduur van een koningin is 9 maanden, van een werkster 2 maanden en van een mannetje 2 à 3 weken.
Het zijn vooral de werksters die voor hinder zorgen omdat zij op zoek gaan naar voedsel. Faraomieren zijn alleseters met een sterke voorkeur voor vlees en eiwitrijk voedsel. Daarnaast eten zij ook brood, suikers, dode insecten, … .
Bij de voortplanting ondergaan zij een volledige gedaanteverwisseling: ei – larve – pop – adult.
Onder gunstige temperatuursomstandigheden ondergaan zij deze metamorfose op anderhalve maand. Een koningin kan gedurende haar leven 350 eitjes leggen.
Eén kolonie kan uit verschillende koninginnen bestaan. Uit één kolonie kunnen echter ook nieuwe kolonies gesticht worden: dat noemt men dochterkolonies. Gele faraomieren hebben geen herkenning van soortgenoten uit andere kolonies en daarom kunnen deze verschillende kolonies zich kort bij elkaar bevinden zonder elkaar schade te berokkenen.
Daar deze mieren hun afkomst hebben uit warme streken, vind je ze vaak in de buurt van een warmtebron: een kachel, radiator, warmteleidingen, schoorsteen, … . Zij worden vaak gedetecteerd in verwarmde gebouwen zoals ziekenhuizen, hotels, … en kunnen hier heel wat schade aanrichten. De faraomieren zijn zo klein dat ze slechts minuscule openingen nodig hebben om een gebouw binnen te dringen en zo komen ze achter je muren, je lambrisering, … terecht. Ze kunnen zich zeer snel verspreiden naar gebouwen in de omliggende omgeving want ze zijn in staat om zeer grote afstanden af te leggen.
Comentarios