Motmug = Psychodidae
De motmug, ook wel het aalputmotje of rioolvliegje genoemd, is een insect dat behoort tot de orde van de tweevleugeligen. Een volwassen motmug heeft een grijsgoudachtige kleur en een 3-hoekig silhouet. Ze hebben een steeksnuit maar kunnen niet steken. Hun kop heeft 2 lange, smalle en behaarde voelsprieten. Ze hebben behaarde poten en behaarde vleugeltjes. Het zijn geen goede vliegers. Daarom kruipen ze veel rond of maken korte, springerige vluchtjes. De vleugels vormen een dakje in rusttoestand. Ze zijn 3 tot 5 mm groot en kunnen dus door de kleinste openingen en kiertjes.
Overdag rusten ze maar ’s avonds worden zij actief en zijn ze te vinden kort bij hun voedselbron. Een motmug voedt zich met rottend, dierlijk en plantaardig materiaal, bacteriën, schimmels en nectar.
Ze komen zowel binnen: in riolen, in toiletten, in badkamers, in de nabijheid van defecte leidingen, afvoerbuizen, … als buiten voor: bij beerputten, bij composthopen, in de regenwaterton, in de regenwaterpijp, in de dakgoot, … . Ze zijn wereldwijd verspreid.
Ze leggen hun minuscule eitjes op die plaatsen waar voedsel te vinden is. Eitjes worden in hoopjes van 100 tot 200 gelegd in vervuild en stilstaand water of in rottend, organisch afval. Na 2 dagen komen de eitjes uit en de maden hebben dadelijk voedsel. De maden gedijen uitstekend in gistende oppervlakten en bij warme temperaturen. Ze ondergaan een volledige transformatie: ei → made → pop → motmug. De motmug gaat voortdurend op zoek naar nieuwe broedplaatsen zodat een plaag snel kan groeien en zich verspreiden. Dagelijks komen er nieuwe motmuggen bij. De levensduur van een motmug bedraagt ongeveer 3 weken.
De motmug is ook een nuttig dier: de larven bevorderen en versnellen de omzetting van organisch materiaal, de geurhinder van rottend materiaal kan afnemen en ze kunnen de aanwezige vuilresten in bv. afvoeren, regenwaterpijpen, … losmaken.
Comments