Groene vleesvlieg
=
Lucilia Sericata
Blauwe vleesvlieg
=
Calliphora Vomitoria
Grauwe vleesvlieg
=
Sarcophaga Carnaria
Er zijn verschillende soorten vleesvliegen: de blauwe vleesvlieg (blauwe, metaalachtige glans), de groene vleesvlieg (groene, metaalachtige glans) en de grauwe vleesvlieg (grijsachtig). Hun lichaam bestaat uit 3 segmenten: de kop, het borststuk en het achterlijf. Op de kop bevinden zich de zintuiglijke organen en de monddelen. De vleesvlieg heeft rode ogen. Het borststuk bestaat uit 3 paar poten en 2 paar vleugels. De vleesvlieg kan 1 tot 1,5 cm groot worden.
De vleesvlieg voedt zich met ontlasting, afval en (rottend) vlees. Ze ruikt het vlees al van kilometers afstand. Je ziet vleesvliegen ook vaak in de buurt van bloemen omdat zij daar energie opdoen: de nectar zorgt voor koolhydraten en het stuifmeel zorgt voor eiwitten. Deze eiwitten heeft het vrouwtje nodig om te paren en ook de eitjes hebben eiwitten nodig.
De vleesvliegen komen wereldwijd voor.
Wanneer de vleesvlieg een geschikte voedselbron heeft gevonden legt ze honderden eitjes. Ze geeft de voorkeur aan dood vlees als voedselbron maar ook het vlees in de keuken, uitwerpselen, rottend materiaal, … kan gebruikt worden. Soms leggen ze hun eitjes zelfs in een open wonde bij levende dieren. Na één dag komen de maden al uit de eitjes. Deze leven van het afval, van het vlees in open wonden, van aas en kadavers. Na 6 tot 12 dagen zijn de maden volgroeid en verpoppen ze zich. Afhankelijk van de temperatuur duurt het 8 tot 13 dagen vooraleer een verpopte larve uitgroeit tot een volwassen vleesvlieg. De levensduur van een vleesvlieg is ongeveer 5 weken. Men spreekt van een volledige gedaanteverwisseling: ei → made → pop → vlieg.
De vleesvlieg is ook een nuttig dier: het zijn natuurlijke opruimers omdat ze rottende en organische substanties van dieren opruimen. Bovendien dienen ze als voedsel voor andere dieren.
Комментарии