Korte omschrijving van de Broodkever.
Deze zeer kleine insectjes zijn ovaal van vorm, roodbruin van kleur en zeer fijn behaard. Ze hebben een halsschild en een licht gestreept dekschild. Hun antennes staan ver uit elkaar. Broodkevers zijn goede vliegers. Ze worden 2 tot 3,5 mm lang en de larven van de broodkever zijn 0,5 tot 5 cm. Deze larven zijn wit van kleur met een donkere kop en hebben korte, geelachtige haartjes op hun lichaam. Ze hebben poten waarmee ze zich goed kunnen verplaatsen.
Het voedsel van de larven bestaat uit producten die rijk zijn aan zetmeel zoals brood, beschuiten, bloem, cornflakes, … . Daarnaast vreten ze ook soepblokjes, macaroni, specerijen, kruiden, hondenvoer, kattenvoer, vogelvoer, leer, vachten, bouw- en isolatiematerialen, lijm van oude boeken, … . Het zijn de larven die schade veroorzaken. De volwassen kevers nemen geen voedsel op.
Ze zijn dol op warmte. Ze komen vaak voor op plaatsen waar droge voedingsmiddelen en producten worden opgeslagen zoals in winkels, voorraadkasten, bakkerijen, opslagplaatsen, … .
Deze kevers planten zich het liefst voort op donkere plaatsen en liefst in de nabijheid van droge en harde zetmeelhoudende producten. Eén wijfje legt 50 tot 100 eitjes per levenscyclus. De larven komen na circa 1 maand uit de eitjes en gaan dan onmiddellijk op zoek naar voedsel. Ze kunnen een 8-tal dagen overleven zonder voedsel. Na 4 vervellingen zijn de larven volgroeid en gaan ze zich verpoppen. Het verpoppen gebeurt in een cocon, gemaakt met voedselresten en speeksel. Uit de cocon groeit een volwassen broodkever. Ze kunnen zich zeer snel voortplanten bij gunstige temperatuursomstandigheden. Afhankelijk hiervan kunnen tot 4 generaties per jaar ontwikkelen. Bij temperaturen onder de 15°C staat hun ontwikkeling stil. Ze ondergaan een volledige gedaanteverwisseling: ei – larve – pop – volwassen broodkever.
Broodkevers komen over de hele wereld voort.
Korte omschrijving van de Graanklander.
De graanklander heeft een ovaalvormig en hard lichaam en kan 3 tot 5 mm lang worden. Hij is roodbruin tot zwart van kleur. De dekschilden zijn aan elkaar vastgegroeid en bevatten kleine putjes. Hij heeft een slurfachtige snuitpunt en geknikte antennes met op het uiteinde een knotsje. De graanklander heeft geen vleugels en kan dus niet vliegen. De larven van de graanklander zijn wit en hebben geen pootjes.
Naast de graanklander bestaan er ook nog de maisklander en de rijstklander. Maar de graanklander komt bij ons het meeste voor.
De graanklander is dol op graansoorten, daarnaast lust hij ook hondenbrokjes, pastasoorten, erwten, kastanjes, eikels, … .
Ook deze voedselkever houdt van een warme omgeving en vertoeft graag in verwarmde opslagplaatsen zoals silo’s, maalderijen, graanopslagplaatsen, … .
Een volwassen wijfje maakt een gaatje in een graankorrel. Hierin legt ze één eitje. Ze maakt het gaatje terug dicht met zelf geproduceerd afscheidingsvocht. Wanneer het eitje uitkomt, vreet de larve de hele graankorrel leeg en verpopt zich dan binnenin. De larven worden ook “korenwormen” genoemd. Na de verpopping boort de volwassen kever zich een weg terug naar buiten. Vrouwtjes kunnen per dag 2 tot 3 eitjes produceren. Daar ze een levensduur van enkele weken hebben, zijn ze in staat een 100-tal eieren te leggen. Er kunnen 2 tot 4 generaties per jaar voortgebracht worden. De duur om uit te groeien tot een volwassen graanklander is afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Ze ondergaan een volledige gedaanteverwisseling: ei – larve – pop – volwassen graanklander.
Ze komen over de hele wereld voor.
Comments